Hygiëne bij boerderijen

Hygiëne bij educatie-boerderijen Boerderij-educatie Rivierenland

Op de educatiebedrijven van Boerderij-educatie Rivierenland hangt een hygiëne protocol met aanwijzingen voor de gezondheid.

Op deze webpagina vermelden we deze echter ook vooraf zodat u weet waar u als bezoeker op moet letten. De aanwijzingen zijn afkomstig van de GGD Gelderland-Zuid.

Tekst GGD Gelderland-Zuid:

Op de boerderij kunnen kinderen met dieren in aanraking komen. Dit is heel leerzaam, zeker voor kinderen die weinig dieren zien. Kinderen leren dieren kennen en respecteren. Je kunt ook zien en leren hoe je voor dieren moet zorgen. Kinderen die bang zijn voor dieren leren daar beter mee om te gaan.

Soms hebben dieren ziekteverwekkers bij zich, zoals parasieten, bacteriën, virussen, schimmels of wormeneitjes. Van die ziekteverwekkers kun je ziek worden. Ziekten die van dier op mens over kunnen gaan heten zoönosen. Dieren zijn daar zelf vaak helemaal niet ziek van.

Het is daarom goed om te weten welke ziektes kinderen, maar ook (zwangere) moeders en medewerkers kunnen krijgen op de boerderij en hoe die te voorkomen.

 

Welke zoönosen komen voor op boerderij?

Niet elke zoönose is een risico voor mensen. Dieren hebben ziekteverwekkers vaak maar kort bij zich en zijn meestal niet ziek.

De kans voor mensen is het grootst om een maagdarminfectie te krijgen. Voorbeelden daarvan zijn Shigatoxine-producerende E.Coli-bacterie (STEC), salmonella en campylobacter. Andere ziekteverwekkers zijn: Q-koorts, vogelgriep, ringworm (een soort huidschimmel) en de MRSA-bacterie.

 

Hoe kan je besmet raken met een zoönose?

  • Besmetting via mest. Mest is een bron van bacteriën. Kleine mestdeeltjes komen in de vacht van een dier. Door het dier te aaien, gaan bacteriën over op de handen.
  • Besmetting via slijm. Door dieren te voeren kan slijm op de handen komen.
  • Besmetting via stof. In stofdeeltjes zoals huidschilfers of stof van stro kunnen ziekteverwekkers zitten.
  • Besmetting via materialen: Op stro of aan de hokken kunnen ook ziekteverwekkers zitten.

 

Kan je ziek worden van zoönosen?

De kans is niet heel groot. Toch is het verstandig besmetting te voorkomen.

 

Wat kunt je doen om besmetting met zoönose te voorkomen?

  • Persoonlijke hygiëne:
    • Was handen onder stromend water met zeep
      • na contact met dieren,
      • na het buitenspelen
      • en vóór het eten;
  • Droog handen met bij voorkeur wegwerpdoekjes en gooi die meteen weg;

 

  • Voedselhygiëne:
    • Eet niet tussen de dieren;
    • Eet niets op wat op de grond is gevallen
    • Laat geen dieren komen op plekken waar je eet of eten klaarmaakt
    • Gebruik geen rauwe melk of eten wat van rauwe melk is gemaakt of rauwe eieren;

 

Wat kan de (kinder)boerderij doen?

Een (kinder)boerderij met een keurmerk moet zich aan regels houden. Dat zijn regels over hygiëne en dierziekten.

Meestal is er op een boerderij wel een informatiebord waar opstaat hoe je met dieren omgaat. Vaak is er een informatie over handen wassen en informatie voor zwangere vrouwen. Ook voor medewerkers zijn er regels.

Heeft u nog vragen?

Bel dan met de verpleegkundige van het team infectieziektebestrijding van de GGD Gelderland-Zuid. U kunt het team infectieziektebestrijding bereiken van maandag tot en met vrijdag van 8.30-12.30 en 13.00-17.00 uur op het telefoonnummer 024-329 7126.